4 Personen
500 g vastkokende aardappelen
4 kabeljauwen
200 ml visbouillon
1 el olijfolie
100 ml witte wijn
2 sjalotten
30 g boter
100 ml room
1 tl maïszetmeel
1 wortel
1 prei
2 stengels selder
1 courgette
0,50 bosje kervel
Verwarm de oven voor op 220°C.
Neem de filets van kabeljauw/vis en snijd ze één voor één in 4 gelijke delen en kruid goed af met peper en zout.
Doe nu in een ovenschotel wat olijfolie en smeer deze goed in. Leg er hierna de in stukken gesneden visfilets in en giet er de visbouillon en witte wijn overheen.
Dek af met aluminiumfolie en zet de vis voor ca. 10 minuten in een hete oven op 175°C.
Haal de vis uit de oven en houd ze warm. Zeef het vocht dat is vrijgekomen en voeg hieraan de room toe.
Rasp de wortel en snijd in fijne rondjes. Was de prei, selder en courgette. Snijd ook deze in fijne stukken.
Neem een pan en laat op middelhoog vuur een klontje boter smelten. Pel en snijd de sjalot fijn en stoof wat aan. Voeg de wortel, prei en selder toe en bak 5 minuten mee. Voeg dan de courgette toe en bak twee minuten mee. De groenten moeten beetgaar zijn.
Voeg hieraan de room met visvocht toe en laat inkoken.
Bind de saus met wat maïszetmeel en kruid naar smaak met peper en zout.
Breng ondertussen gezouten water aan de kook, deze keer voor de aardappelen.
Schil de aardappelen en verdeel in gelijke delen. Kook ze gaar in het gezouten water, giet af en houd ze warm in de kookpot met deksel.
Neem de borden, verdeel de vis over de borden, lepel er de saus en de aardappelen rijkelijk over. Werk af met wat kervel en serveer meteen.
Alternatief met Hertoginnenaardappelen/pommes Duchesses.